Zijn thuis, bevolkt door wezens die op alles jagen wat ze kunnen grijpen opdat hun eigen leven verlengd word per leven dat ze vernietigen. Zijn leven, vanaf het begin was hij al veranderd. Zijn doel, kijken waar zijn bloed hem brengt.
Vlak voor zijn geboorte was zijn moeder blootgesteld aan de wezens die zijn hele familie afslachtte, hij werd geboren met de infectie vermengd met zijn genen. Zijn lichaam nog vormende, stootte hij het virus niet af om daarna besmet te raken maar nam het op, als een deel van hem. Hij is niet zoals zijn volk was, gezegend met een gave per bloedlijn, maar ook niet gedoemd om te dolen en te doden. Het virus dat zorgt dat men direct verstand verliest en langzaam wegzakte in gekte, is nooit helemaal in hem opgegaan. Het normale deel van hem.. ook geïnfecteerd maar bestand tegen verdere verspreiding. Dat heeft ervoor gezorgd dat hij het overleefde. Maar zijn kracht was zwak en veranderd, waar zijn ouders en voorouders de gaven hadden om weg te glijden uit de realiteit voor onbepaalde tijd heeft hij niet eens het vermogen om zichzelf weg te halen uit ellende. Zijn kracht, langzaam aan bezwijkende door de bevuiling in zijn bloedlijn is hij niets meer dan een leeg hulsel. Bestand tegen het fysieke deel en mentaal, maar zijn bloed was niet langer een geschenk. De mensen die hij kende zagen in wat voor beest hij kon worden en joegen hem op. Hij zag geen andere kans en probeerde het erop te wagen, in een flits was hij verdwenen. Hij had gevoeld hoe zijn kracht hem was ontglipt en hij nimmer meer zou hij dat ooit kunnen doen. Angstig en verward in een wereld die zo anders was, nam hij een alias om zichzelf te beschermen.
Zijn eerste welkom in deze wereld was door een eekhoorn met een kastanje.
Zijn naam Hun Grysquirrel.