Maya Soran
Info » Posts : 30
Character Character sheet» Age: 18» Class: » Love interest:
| Onderwerp: Inge's dumps zo 4 aug 2013 - 11:46 | |
| Hier ga ik denk ik maar drafts, setjes en andere shit dumpen. Most of it is just for the heck of it tho, probs never gonna use ' em here. - Setjes:
- Devon Cole Draft:
DEVON COLE
A chilling wind passed through the barren wastelands, blowing the yellowish sand around and makes the trees shiver. Two men stood side by side, the wind at their back. One was young, around his midtwenties, perhaps. The combination of his buzz cut and the rough stubble on his chin and rather square jaw gave him a military-esque appearance. His rigid face, muscular body and rough, simple outfit amplified that appearance. On his back, he carried a simple shot gun and by his side hun a large knife, carefully sheathed. His name was Devon, Devon Cole. The man beside him was a lot older, probably somewhere in his sixties. His hair had turned mostly grey and his face was cleanshaven. Despite the fact that his hair and clothing were both an example of style and personal care, his face was more like his son's. He too had something trained about him. Harry Cole also had something else; he was worn by time. He'd seen too much. Things he couldn't even begin to tell Devon about. The young man felt his father glance at him sideways, but he didn't look back. He knew what would be coming. And he didn't like it. “This is the last time we see eachother then?” his father said. Devon just shrugged, a little awkwardly. “For now,” he replied. “You sure?” A flash of annoyance shot through Devon. Dad should've been knowing better by now than this. Was he really blithely assuming his son would just get himself killed? “Yeah. Sure.” He took his father in a short but tight hug. With a unpleasant feeling in his stomach, he turned his back on his father and started walking. The thick, brown jacket he wore was enough to protect him from the wind and the sand. The rest of his outfit consisted of a pair of worn jeans and black combat boots and a sun-bleached bandana around his neck that had once been red. It was perhaps not the most fashionable thing to wear, but in a place like this, it worked. And Devon had never really been a man of style anyway. He kept walking, passing rocks, trees, tumbleweeds and an incidental horse. Only once had he looked over his shoulder, but his dad had allready been gone.
- Messy one shot. Ik had wat van me af te schrijven. Don't judge me.:
De raad zat rond een grote, ronde eikenhouten tafel. Tegenover hen, bij de deur, stonden twee mensen. Een jonge, Italiaanse man van rond de dertig, mogelijk iets ouder, want hij had een vrij jeugdig gezicht, en een jonge, blonde jongen van begin twintig. De eerste leek vrij zorgeloos, de tweede had een aura van verzet om hem heen. “Riot Masquerade. Je weet waarom je hier ben?” De jongen knikte met tegenzin. Ja, dat wist hij. Hij kon ook niet wachten tot hij hier gewoon weer wég was. “Waarom zouden wij jou niet van school verwijderen?” De vrouw die gesproken had had donkergrijs haar dat elegant was opgestoken en verfijnde gelaatstrekken. Ze keek Riot onderzoekend aan. Hij keek opstandig terug. “Weet ik veel,” zei hij kil. “Oh, ik ben ervan overtuigd dat jij echt veel meer weet dan je zelf denkt jongen. Je moet jezelf niet zo laag inschatten; dat negatieve zelfbeeld helpt je niet. Luister, ik vind het ook niet leuk dit te moeten doen, maar met jouw gedrag red je het hier gewoon niet- “ “Zo is het wel genoeg,” onderbrak een tengere man met een klein brilletje en een vierkante kaak haar. Hij keek Riot door samengeknepen ogen aan. “Ik zie persoonlijk absoluut niet in waarom we jou nog toestaan hier..” Zijn blik ging naar Iseco. “Moet jíj je kleine vriendje niet verdedigen?” De Italiaanse man glimlachte. “Heeft dat nog zin? Volgens mij hebben jullie je besluit al lang genomen. Is dit alles echt niet meer dan een leuk toneelstukje?” Hij had een licht accent, maar sprak verder vloeiend Engels. “Je hebt wel lef-” “One does one's best. Maar heb ik gelijk, of heb ik gelijk?” De man wilde reageren, maar een tweede deur, aan de andere kant van de kale ruimte, ging open en een jongen van rond de zestien stapte haastig naar binnen. “Iseco!” “Wat is er?” het gezicht van de Italiaan stond meteen ernstig. Riot idem dito. De blonde jongen kreeg een naar gevoel in zijn maag. “Maya is ontvoerd. Door Akira's mensen. Ze hebben haar naar hun hideout gebracht, volgens mij.” De jongen struikelde over zijn woorden. Riot verstarde. Hij vloekte. Iseco keek hem streng aan, alsof hij door had wat er nu in Riot omging. “Wat je ook van plan bent, nee.” zei Iseco kil. Riot keek hem recht aan. “Hij heeft haar misschien wel waar hij mij die nacht.. verminkt heeft.” Riot haalde diep adem. Praten over wat er die nacht was gebeurd viel hem nog altijd zwaar. Iseoc leek er dan ook door verrast. “Straks doet hij met haar hetzelfde.” Ze keken elkaar een moment lang aan, toen werkte Riot zich ineens langs de man heen, de gang op. “Hey!” riep Iseco hem scherp na, maar Riot luisterde niet. Hij rende het schoolgebouw door, haastig mensen ontwijkend en niet lettend op de reacties die het oogste. Hij kende Akira, hij wist waar die hideout was en waar Maya zou zijn. Godverdomme, ze verdiende dit niet. Ze was het meest onschuldige kind dat hij kende. Ookal was ze met achttien eigenlijk geen kind meer, de meesten zagen haar wel zo. Riot rende de straat op, een steegje in. Via prullenbakken en een dakgoot klom hij haastig op een lager liggend gebouwtje. Hij rende over het dak, naar het volgende. Buiten hoorde hij iemand schreeuwen, maar hij sloeg er geen acht op. Hij had haast.
De Aziatische man stond met zijn rug naar haar toe. Haar wangen waren nat van de tranen en haar donkerbruine ogen groot van angst. Ze snikte zacht. “Je bent echt de stereotype gijzelaar, wist je dat Maya? Je huilt, je probeert weg te duiken als ik eraan kom.. je smeekt. Echt, precies volgens het boekje. Riot was leuker, die verzette zich van begin tot eind tegen me. Erg rebels, die jongen,” sprak Akira zonder om te kijken. Hij was bezig bij een tafel. Maya wilde niet eens weten wat hij daar deed. Ze kon geen kant op; ze zat in een hoek, haar rechter arm en been waren aan de muur geketend. Haar linker arm en been niet, omdat dezen beiden een aanzienlijk deel misten, door een Virus waar Maya eens het slachtoffer van was geworden. Ook haar gezicht was er door beïnvloed in de vorm van een paar donkere plekken op haar wang. “Waarom?” vroeg ze zacht. Haar stem klonk onvast en het was een wonder dat ze er een normaal woord uit had kunnen krijgen. “Om Iseco. Hij heeft me vaak dwars gezeten, maar hij vergeet iedere keer dat ik meedogenlozer ben dan hij. En aangezien hij na Riot duidelijk zijn lesje niet geleerd had.. “ Akira draaide zich om en nam Maya op, wier onderlip trilde. “Ik moet zeggen, je bent een lief meisje en ik heb haast met je te doen. Maar je moet echt een beetje sterker worden hoor, ik ben nog niet eens begonnen en je bent als een wrak,” zei hij zacht en haast vriendelijk, alsof hij het over een proefwerk had. Nieuwe tranen rolden over Maya's wangen. “Hoop je dat iemand je komt redden? Je hoeft op Riot niet te rekenen. Die durft hier waarschijnlijk niet eens meer te komen, na wat er met hem is gebeurd. Iseco zal het wel proberen, maar daar zal hij vermoedelijk veel spijt van krijgen.” Ja, stiekem hoopte ze inderdaad dat iemand haar zou komen redden. Maar ze wist dat dat niet zou gebeuren. Toen schoot haar iets te binnen. “Je liegt.. Je verwacht Riot wel,” bracht ze stotterend uit. “Waarom breng je me anders naar de plek waar je hem ook..” ze kon de woorden niet uitspreken. Akira glimlachte vriendelijk. “Oplettend meisje ben jij. Misschien hoop ik wel dat Masquerade zijn koppie hier laat zien. Toch heb je het mis; ik verwácht hem niet. Iseco is degene die een reddingsactie op touw gaat zetten. Als hij dat al doet.”
Iseco stond op straat. Hij keek Riot na met een onaangenaam gevoel in zijn maag. Dit kon nooit goed gaan. Al vond Riot haar, dan nog maakte hij geen schijn van kans. Hij had zijn lef en kon een goed robbertje vechten, maar dat stelde niets voor tegen een man als Akira die de hand niet omdraaide voor moord, marteling en eigenlijk alles waarmee hij kreeg wat hij wilde. Iseco voelde zich onrustig worden en maande zichzelf tot kalmte. Hij zou een oplossing vinden, hoe dan ook.
Een paar van de raadsleden van de school kwamen bij hem staan. “We hebben de politie gebeld, die gaat achter hem aan.” “Waarom?” Iseco keek de man die had gesproken met een opgetrokken wenkbrauw aan. “Wat hij nu weer heeft gedaan is onacceptabel.” Iseco dacht haastig na. Het kon goed zijn; als de politie Riot kon volgen en die eerste de hideout kon vinden.. “Jullie hebben echt geen besef van wat er aan de hand is, of wel?” vroeg hij toen vermoeid. “Oh zeker wel,” de man met het brilletje bemoeide zich er nu ook mee. “Wij zijn blijkbaar niet de enigen die toneelstukjes spelen.” “Ach, hou je smoel toch,” zuchtte Iseco. De man was met de stomheid geslagen. “Luister four-eyes. Dit is geen grap. Dat meisje, Maya, ís gekidnapt en Riot gaat erachteraan. Riot maakt echter geen schijn van kans daar en als we niets doen is dit zowel exit Riot als exit Maya.” De vrouw met het opgestoken haar keek hem bezorgd aan. “Dit is echt, of niet?” “Echter dan echt. En wat Riot zei ook. Deze Akira is de voornaamste reden van Riot's moeilijke gedrag. Hij heeft hem verminkt, mishandeld. En aarzelt niet dat weer te doen.” “Klinkt allemaal wat vergezocht, nietwaar?” zei een kleine, mollige vrouw met kort, blond haar. Iseco reageerde niet en pakte zijn telefoon. Hij kon maar beter het een en ander gaan regelen.
Riot was de halve stad al door toen hij merkte dat vanaf de straten politie hem volgde. Hij vloekte en vernselde. Arenaline gierde door zijn lijf en hij was meer dan ooit blij dat freerunning een tweede natuur voor hem was geworden. Hij bevond zich in een wat schimmiger deel van de stad en wist ongeveer nog waar hij moest zijn. Veel wist hij niet meer van de nacht waarin hij aan Akira ontsnapte, maar het moest genoeg zijn. Hij klom naar beneden en rende door over de straat. Hij begon moe te worden en zijn zij stak. Hij vloekte. In de verte hoorde hij de politieauto's weer naderen. Hij rende een steegje in. Achter hem verschenen koplampen. Hij sloeg af. Zijn voeten maakten een gehaast geluid op de smerige stenen. Hij deed amper moeite om de ranzigheden op de grond hier te vermijden; daar was nu geen tijd voor. Hij herkende de omgeving weer en dat gaf hem nieuwe energie. En toen was hij er; het leek op een eenvoudige putdeksel, maar Riot wist beter, wist wat daaronder zat. Een serie kelders en gangen die tot diep onder de grond liepen. Hij rukte de putdeksel aan de kant, klom haastig in het gat en sloot hem weer. Dat laatste ging gepaard met een luid, nagonsend geluid en hij hield zijn adem in. Hij klom de ladder naar de beneden af, maar hoorde nog niemand. Hij keek om zich heen. Veel licht was er niet, en het duurde dan ook een poosje tot zijn ogen voldoende gewend waren om te kunnen zien. Hij klom verder omlaag tot hij vaste grond onder zijn voeten had. Hij stond in een kleine, betonnen ruimte met twee deuren. Boven elke hing een piepklein lampje, meer gedoofd dan licht. Riot haalde diep adem en opende langzaam een van de deuren. Trap omhoog. Een huis in vermoedelijk. Hij probeerde de ander. Trap omlaag. Beter. Hij zette voorzichtig een eerste voet op de bovenste tree, die echter van metaal was en eerder gonsde dan kraakte. Langzaam en zo geruisloos mogelijk begon hij af te dalen. Het leek oneindig door te gaan. Hij stopte om de zoveel tijd om te luisteren en als hij iets meende te horen stond hij stil tot het geluid weg was en hij alleen nog zijn eigen opgejaagde ademhaling hoorde. Hij bereikte vaste grond in de vorm van een smalle gang met aan de zijkant allemaal buizen. Langzaam liep hij erlangs. Hij was halverwege toen hij stemmen hoorde, in de richting waar hij heen moest. Hij drukte zich plat tegen de buizen, die in zijn rug leken te branden. Hij klemde zijn kaken op elkaar; de hitte die eraf kwam was ronduit pijnlijk. De stemmen stierven weg en hij liep door. De gang splitste en Riot koos weer voor de weg omlaag. De gang werd smaller. Hij hoorde voetstappen een eind achter hem en versnelde zo goed en zo kwaad als het ging. Hij merkte het uitstekende stuk metaal te laat op; het sneed door de huid van zijn bovenarm en hij hapte naar adem. Jezus, dat deed zeer. Hij bekeek de snee. Het bloedde flink. Hij scheurd zonder omhaald een stuk van zijn shirt af en knoopte het erom heen; hij mocht geen spoor in de vorm van bloed achterlaten. De voetstappen kwamen dichterbij. Hij kwam weer in beweging.
“Moet je nou es zien,” James, een gespierde man van midden dertig stootte zijn collega Myron aan en weer naar het uitstekende stuk metaal; bloed. Myron ginnikte. “Het ligt ook op de grond en 't is nog nat. Hij kan niet ver zijn.” Dat er een indringer was was duidelijk. James en Myron hadden niet anders verwacht; Akira had al aangegeven dat er mensen voor het meisje zouden komen. Ze liepen rustig door, lettend op meer tekenen van de indringer. Zo nu en dan hoorden ze voetstappen, maar ze wisten heel goed dat zelfs iemand die hier de weg niet kende hen makkelijk voor kon blijven, zij het wel geheel op eigen risico. Want dat risico was er hier wel, en daar was de vreemdeling duidelijk net achter gekomen.
Maya gilde. Akira was weer bezig geweest op de tafel en had zich nu omgedraaid met een smal mes tussen zijn vingers. Hij trok zijn wenkbrauwen op. “Doe nou niet zo verbaasd liefje. Had je anders verwacht?” Maya probeerde zich los te maken uit de ketenen. Akira keek er een poosje onbewogen naar. “Ik moet zeggen dat ik het onhandig vind dat we je maar voor de helft vast kunnen maken...” Hij wreef over zijn kin. Toen legde hij het mes weg en viste hij een smartphone uit zijn zak. Zijn vingers over het beeldscherm en niet veel later hield hij het apparaatje tegen zijn oor en beval hij iemand hier te komen met twee anderen. Hij hing weer op en keek Maya aan. “Bijzonder, nietwaar? Dat ik hier bereik heb. We hebben onze zaken hier super voor elkaar.” Hij ging op een houten krukje zitten. Lang hoefde hij niet te wachten; na een paar gespannen minuten ging een van de deuren open. Maya keek bang op. Ze keek naar de drie jongens die binnen kwamen. Een leek niet op zijn gemak, maar de andere twee waren al net zo onverschillig als hun leider. Maya had nooit gedacht dat ze nog banger kon worden, maar de angst was werkelijk verlammend. Ze protesteerde dan ook niet eens toen twee van de jongens haar overeind hezen en haar armen vastgrepen. “Beter,” merkte Akira op en hij pakte het mes weer.
Riot herkende eigenlijk niets meer, maar hij wist dat hij ver moest dalen om bij Maya te komen. Hij voelde zich zo machteloos, zo woedend. Hij kon zich bijna voorstellen hoe Akira het onschuldige meisje zou verminken en voelde zich misselijk worden. Zijn arm deed pijn, maar hij sloeg er geen acht op. Hij stopte voor een deur, waar achter hij stemmen hoorde. Inwendig vloekte hij; er was geen weg hier omheen. Hij wachtte, maar het gesprek ging gewoon vrolijk door. Moest hij het erop wagen? Hij haalde diep adem en gooide toen de deur open. Twee jongens , beiden iets ouder dan hij, keken verrast op. Riot aarzelde niet, maar greep direct een stuk hout dat op de grond lag. De eerste kwam al naar hem toe, en Riot sloeg hem vol in zijn gezicht met zijn 'wapen'. Tanden braken. De jongen zakte geluidloos op de grond. Riot smeet het stuk hout weg en ging nummer twee gewoon te lijf. Een kort gevecht later was ook deze KO. Riot bleef even staan, zwaar ademen. Er zat nu ook een kleine snee in zijn wenkbrauw. Hij wilde de volgende deur doorgaan, toen iemand hem vanachteren greep. Hij probeerde zich los te rukken maar de handen waren te sterk. Een tweede kwam voor hem staan. Hij was groot, gespierd en ergens in de dertig. “Moet je 'ns zien, Myron,” grinnikte hij, en hij sloeg Riot in zijn gezicht. “Dat was niet lief, wat je met die twee deed. Maar jij komt wel aan je trekken.” “Brengen we hem meteen naar Akira?” “Ik stel voor dat we er eerst voor zorgen dat hij zich niet teveel kan verzetten.” Een vuist trof Riot vol in zijn maag. Myron achter hem, echter, voorkwam dat hij dubbel kon klappen. Riot hoestte. Hij voelde zich alsof hij ieder moment over zijn nek kon gaan. Het enige positieve aan de situatie zou zijn dat hij hoe dan ook bij Akira en hopelijk ook bij Maya zou komen. Van daaruit zag hij wel verder. Hij probeerde terug te vechten, maar Myron stond het niet toe. James sloeg hem opnieuw en ging door tot Riot duizelig tegen Myron aan hing. “Lijkt me wel genoeg.”
Myron sleurde de jongen hardhandig met zich mee, er niet op lettend of deze zich stootte of iets dergelijks. Hij had gezien wat dit joch met het gezicht van een van die twee knullen had gedaan en het maakte hem kwaad. Hij moest zich inhouden om hem niet helemaal kapot te slaan. Wie dacht dit knulletje wel niet dat hij was? “Waarom maken we hem niet gewoon af?” vroeg hij James tussen opeengeklemde kaken door. “Omdat Akira hem waarschijnlijk kent, want het lijkt me dattie hier voor die meid is.” “Hmm.. Ok.” Myron was er niet blij mee, maar hij kon er mee leven. Hij trok de jongen over een drempel. Deze kreunde zacht. Myron gaf hem zonder aarzelen een harde klap tegen zijn hoofd. “Myron.” “Ik mag hem best rustig houden.” “Als je 'm maar een beetje heel laat.” “Ik doe mijn best.”
Maya probeerde naar achteren te wijken toen Akira voor haar kwam staan. Hij nam de tijd. Hij had de tijd. Ze kon geen kant op; twee van de jongens hielden haar vast en de wat onzekerder ogende stond bij de deur; ze kon nergens heen. “Alsjeblieft,” fluisterde ze. Ze trilde over haar hele lichaam en keek de Aziatische man met enorme ogen aan. Hij kon doen wat hij wilde, wist ze; ze kon zich niet verweren. Ze kon zijn zieke geest niet begrijpen en wenste dat alles snel over zou zijn. Ze sloot haar ogen, maar opende ze vrijwel direct weer; niets kunnen zien was nog veel erger. “Alsjeblieft? Alsjeblieft wat?” Hij lachte zacht. “Doe me alsjeblieft geen pijn,” wist Maya uit te brengen en ze dwong zichzelf hem aan te blijven kijken. Zijn smalle, donkere ogen straalden geen enkel medelijden uit. Zijn zwarte haar was zorgvuldig achterover gekamd en hij leek zo in ee bedrijf de leiding te kunnen hebben. Maar hij had híer de leiding en had meer macht dan goed voor hem was. “Waarom niet, als ik vragen mag?” Wanhopig zocht Maya naar de woorden. De man stond nu vlakbij haar. Het mes lag losjes tegen haar wang, de ongeschondene. “Wat zou je ervan zeggen als ik deze ook vermink? Dan ben je nog steeds lelijk en misvormd, maar in ieder geval niet meer asymmetrisch.” “Alsjeblieft..” meer kreeg Maya niet over haar lippen. Tranen vloeiden rijkelijk en ze durfde geen beweging meer te maken. Ineens voelde ze het metaal lichtjes in haar huid snijden. Ze gilde. Akira sloeg haar met zijn vlakke hand in haar gezicht. “Hou je stil.” Maya's onderlip trilde. Haar wang deed pijn en ze voelde een dun straaltje bloed over haar kaak lopen. Opnieuw zette Akira het mes tegen de huid. Maya snikte maar deed niets; ze kon nu niets anders dan het over zich heen laten komen, gelaten en weerloos. Akira ving een paar tranen op met het kille metaal. Hij stapte naar achteren en keek ernaar. Toen keek hij Maya weer recht aan. “Je bent echt een stuk minder leuk dan Masquerade,” zei hij uiteindelijk teleurgesteld. “Ik vind je angst wel leuk, maar zijn verzet gaf me toch meer voldoening. Wist dat hij net zo lang tegen me vocht tot hij helemaal kapot was? Hij was echt een volhoudertje. Veel pit. Jij daarentegen.. Draai haar om.” De jongens gehoorzaamden. Maya probeerde over haar schouder te kijken. Akira greep haar haar en draaide haar hoofd terug. “Wat ga je..” piepte ze. “Iseco een aandenken geven.”
Goed, hij had nu een aantal mensen weten te alarmeren en ook de politie keek nu blijkbaar uit naar zowel Riot als Maya, na wat getelefoneer, maar Iseco was nog steeds niet ontspannen. Hij wist dat dit zo onmogelijk goed kon aflopen. Hij had zich begeven naar de plek waar de agenten Riot kwijt waren geraakt. Een van hen stopte net een telefoongesprek toen Iseco aankwam. “Dag, meneer,” groette deze, al klonk het niet zo ontspannen als de bedoeling was geweest. “Enig nieuws-?” De agent schudde zijn hoofd. Iseco vloekte. Wist hij maar waar het was; dan was hij er zelf achteraan gegaan. Hij had niet de illusie dat hij nog op tijd was, maar hij bleef hopen iets te kunnen doen; wie weet waren die twee nog niet verloren.
Maya probeerde weg te komen toen ze voelde hoe Akira door de stof van haar shirt en haar huid heen sneed. Het was even snel over als het was begonnen, maar het deed onwijs zeer en benam haar de adem. “Nou, dat is een,” grinnikte de man. Maar voor hij opnieuw iets kon doen ging de deur open. Maya keek over haar schouder. Haar mond viel open. Twee mensen waren bezig niemand minder dan Riot half naar binnen te dragen. “Laat haar maar,” zei Akira onverschillig en Maya zakte in elkaar. Ze zat nog steeds vast, maar kon zich in ieder geval bewegen. Ze keek angstig toe. Akira liep rustig naar riot toe en pakte van de tafel een flesje water. Hij draaide de dop eraf en gooide water in het gezicht van de blonde jongen, die daardoor weer aardig bij zijn positieven leek te komen. Hij knipperde een paar keer met zijn ogen en keek Akira aan. Maya kon vanaf haar plek de realisatie op de jongen neer zien komen. “Wat een verrassing,” zei de Aziatische man en hij tilde Riot's kin op. Maya zag dat er een snee in zijn wenkbrauw zat en vroeg zich af wat er was gebeurd met hem. En toen zag hij haar. Ze probeerde mat te glimlachen, maar haar gelaat werkte niet mee. Riot probeerde zich fanatiek los te trekken, maar werd tegen gehouden. “Vind je dit niet leuk?” Akira's stem klonk pesterig. “Waarom?” gromde Riot, woedend. “Waarom niet? Na jou begreep Iseco het duidelijk nog niet, dus ik dacht; het helpt vast wel als ik dat onschuldige, kleine meisje als boodschap stuur.” Het was even stil. “Nou ja, haar verminkte lijk in ieder geval.” Een stroom vloeken en scheldwoorden ontsnapte aan Riot's lippen, maar Akira legde hem het zwijgen op door hem vol tegen zijn kaak te slaan. Riot's hoofd sloeg opzij. Maya gilde. Akira keek om en grijnsde naar haar. “Maak hem ook vast.” En dat gebeurde. Aan de andere kant van de ruimte werd Riot, die zich heftig verzette, aan zijn polsen vast gezet. “Moeten zijn enkels niet ook?” “We hebben niets meer. Maar als hij schopt laat je hem maar weten dat dat niet mag.” Maya slikte. Nu waren zowel zij als Riot in gevaar. Ze keek naar hem. Hij leek het zich niet te beseffen; hij was net zo opstandig als anders, alsof hij totaal niet bang was voor de mensen hier.
Maar niets was minder waar. Riot besefte zich heel goed in wat voor situatie hij zat. En dat hij dit keer niet de enige zou zijn die er slecht vanaf zou komen. Of het angst was kon hij moeilijk in schatten. Zo in touch met zijn emoties was hij vaak niet, zeker niet als er gevaar dreigde. Hij keek naar Maya en voelde woede opvlammen. Dezelfde woede die hem ook in staat had gesteld het gezicht van die ene gozer kapot te slaan. Ze verdiende dit niet. Akira verdiende het om afgemaakt te worden. Helemaal. Riot rukte venijnig aan de kettingen die hem op zijn plaats hielden. Hij had zich destijds afgevraagd wat je in de eenentwintigste eeuw met een ruimte als deze moest, maar was er al heel snel achter gekomen dat Akira dit gewoon leuk vond. Hij hield ervan mensen te zien lijden en hoe meer die zich verzetten, hoe mooier hij het vond. De woede had Riot al zijn vermogen tot rationeel denken ontnomen. Hij wilde de mensen die hem dit hadden aan gedaan en die hetzelfde zouden doen met Maya alleen nog maar pijn doen. Akira leunde tegen een tafel met allerlei onguur ogende dingen erop en keek van de een naar de ander. “Ik vraag me af.. met wie zal ik beginnen?” “Reageer je maar gewoon op mij af, zij verdient dit niet,” flapte Riot er haastig uit en hij richtte zich verder op. Akira keek hem minachtend aan. “Wat nobel. Ik denk dat ik met haar begin. Zomaar.” “Nee!” Riot's stem sloeg over en paniek verdrong de woede langzaam. Nee, dat mocht hij niet doen. De blonde jongen rukte verwoed aan de ketenen die hem op zijn plek op de grond hielden. Akira passeerde hem. Dit was zijn kans. Hopend op blijvend letsen bij de man drukte Riot zich op op zijn handen. Zijn spieren tekenden zich nog duidelijker af onder zijn huid dan normaal. Hij wierp zijn onderlichaam een stuk omhoog en gooide zijn lichaamsgewicht in de strijd. Zijn voet trof Akira's kuit en de man ging onderuit. Hij sloeg met een klap tegen de grond, maar Riot zag vrijwel direct al dat het niets uit had gehaald. Behalve Akira's woede. De man stond langzaam op. Zijn blik was dodelijk. In twee stappen was hij bij Riot, die nog eens schopte, maar miste. Onverbiddelijk greep Akira hem bij zijn kraag en rukte hij hem omhoog. Riot hoorde Maya gillen maar had er geen verdere aandacht voor. Hij keek Akira recht aan en spoog in zijn gezicht. Tergend langzaam veegde Akira het speeksel met één mouw weg. Daarna keek hij Riot kil aan. Er leek iets in hem te zijn geknapt en Riot wist dat het met hem gedaan was. Akira haalde uit. En nog eens. Woedend sloeg hij op de rebelse jongen in, tot deze geen enkel verzet meer tegen hem wist te bieden. Toen hij klaar was hield hij Riot bij zijn kraag omhoog. Deze bloedde uit zijn neus en mond en leek amper nog bij bewustzijn. Zijn hele lichaam deed pijn en eigenlijk kon hij amper nog op zijn eigen benen staan. Hij kreunde zacht en Akira smeet hem argeloos van zich af. Riot sloeg tegen de muur en zakte onderuit, hoestend en half buiten bewustzijn van de pijn. Hij kon zijn bovenlijf amper goed bewegen en was machteloos. Hij dwong zichzelf bij kennis te blijven en zag Akira naar Maya lopen. “Nee..” kreunde hij. Akira keek op. Hij grijnsde en Riot zag dat er bloedspettertjes op zijn gelaat zaten. Riot's bloed. De man kwam dichter bij het meisje. “Nee, alsjeblieft.. Laat haar gewoon...” probeerde Riot nog eens. “Alsjeblieft..” “Grappig dat jij opeens ook niet boven smeken staat als het om je vriendinnetje gaat. Blijkbaar ben je dan toch een stuk minder opstandig. Maar het is te laat, voor jullie allebei.” “Nee.. Kom op.. Waarom zij?” zei Riot. Van zijn stem was bijna niets meer over. Hij hoestte en zijn lichaam schokte. “Omdat ze een mooie boodschap voor Iseco vormt. Hij is nogal aan haar gehecht, nietwaar? En jij ook geloof ik, dus voor jou is dit ook een mooie les. Ik wilde het bij het gebruikelijke houden, maar ik denk dat ik nu maar no-holds-barred met haar ga.” Wanhoop overspoelde de machteloze jongen die bleef smeken in de ijdele hoop de man te kunnen vermurwen. Akira luisterde niet; hij had geen enkele boodschap aan Riot's woorden. Hij pakte een mes van de tafel en knielde ermee bij Maya. “Ze hoeven je nu denk ik niet vast te houden.” Maya probeerde weg te kruipen. “Want elke keer dat je me teveel tegenwerkt, doe ik hem daar pijn. En geloof me, dit is nog niets. Wacht maar tot hij een oog of een vinger mist.” Maya's ogen werden groot. Haar gesnik vulde de kamer en Riot hoorde het geluid van een klap. Hij richtte zich langzaam op, al zijn wilskracht aanwendend. De kettingen rinkelden. Akira keek om, duidelijk verbaasd. “Je bent taai geworden, jongen, dat geef ik je na.” Riot kon echter nog steeds niets. Hij keek wanhopig zoekend om zich heen, maar vond niet waarmee hij iets uit kon richten. Hij hoorde Maya jammeren en adrenaline schoot door zijn systeem, waardoor de pijn af leek te nemen. Hij werd weer iets helderder en zocht geestdriftig.
Iseco was met de agent meegelopen, de steegjes in, tot aan de straat waar ze Riot kwijt waren geraakt. “Als jij denkt ons werk beter te kunnen doen, ga je gang, dat jong is hier niet.” Iseco knikte afwezig en liep het straatje in. Als het goed was, was het niet zo heel erg ver vandaan dat hij Riot vier jaar geleden had gevonden, meer dood dan levend. Dat zou kunnen betekenen dat ze goed zaten en Riot de weg nog had geweten. As good a guess as any. Bij een putdeksel hield Iseco stil. Het ding was kort geleden nog open geweest. Hij glimlachte. Typisch Akira, zoiets eenvoudigs. “Zo te zien heb ik jullie werk beter gedaan dan jullie, in hele korte tijd,” merkte hij droog op. Hij keek naar de mannen, die niet begrijpend terugkeken. Iseco trok de deksel weg. “Ik geloof dat we beet hebben. Riot wist beter wat hij deed dan we dachten.” “Weet je zeker...” “Heel zeker.”
En zo kwam het dat Iseco, een man die niet altijd aan de juiste kant van de wet opereerde, voorop ging, met een eskader aan agenten achter zich aan. Het had even wat overtuiging nodig gehad, maar dat was sowieso een van Iseco's sterkere punten, dus dat had niet zo gek veel voeten in de aarde gehad. Ze vorderden snel, snel maar humaan afrekenend met alles was ze tegenkwamen. Zowel Iseco als de mannen wisten wat ze deden. Iseco moest moeite doen niet extreem gehaast te zijn; hij wilde het tweetal bereiken voor het te laat was en weigerde ze op te geven. Hij hield de moed erin. Ze doorkruisten allemaal soortgelijke, betonnen ruimtes, haastten zich door nauwe gangen met weinig verlichting en slopen allerlei metalen trappen af, om zo in het hart van Akira's vesting te komen. Iedereen die in de weg kwam, werd zo stil mogelijk onschadelijk gemaakt, met zo min mogelijk dodelijke slachtoffers. Het ging goed, te goed. Ze kwamen uit in een hal waar toch zeker wel zeven deuren op uitkwamen. Hij werd niet bewaakt. Iseco beet op zijn lip. “We proberen ze gewoon allemaal, een voor een,” zei hij gehaast. Ieder een was te gevaarlijk; die verdeeldheid kon in hun nadeel werken. En zo gezegd zo gedaan. De eerste deur leidde tot een grote opslagplaats, de tweede tot een lege kamer, de derde tot een slaapkamer waarin een dikke vent met een bril zijn roes uit lag te slapen. De vierde leidde tot een soort vergaderruimte waarin niets bijzonders te zien was, behalve een laptop die zacht stond te zoemen. De vijfde echter, was raak. Iseco opende de deur en keek een lange, donkere gang in, maar dat gaf niet, want wat hij uit die gang hoorde komen was genoeg. Hij knikte naar de mensen achter hem.
Maya smeekte de man haar met rust te laten. Haar armen, rug en schouders bloedden al en ze voelde zich ontdaan van al haar waardigheid. Opnieuw knielde hij voor haar neer en in een reflex duwde ze hem van zich af. Hij grijnsde. “Weet je nog wat ik daarover zei? Verzet?” “Oh nee...” Ademloos keek Maya toe hoe hij zich naar Riot begaf met het mes nog in zijn hand. “Nee!” gilde ze. Akira trok de jongen weer overeind die fanatiek tegenstribbelde en drukte hem tegen de wand. “Kijk, dit gebeurd er als mensen niet naar me luisteren.” Hij trok het mes genadeloos schuin over Riot's borst, van zijn sleutelbeen tot aan de onderkant van zijn ribbenkast. Riot hapte naar adem. Akira keek hem aan. “Voel je het? En dat is allemaal haar schuld.”
“Leugenaar,” kreunde Riot. Hij keek naar Maya's betraande gezicht. Akira kon zeggen wat hij wilde; dit soort mindgames trapte hij niet in. Akira drukte het metaal opnieuw in Riot's huid. Toen vloog de deur met een klap open. Bliksemsnel trok Akira Riot tegen zich aan en drukte hij het mes op diens keel. Riot ademde scherp in. Iseco en een groep agenten stonden ineens in de ruimte. Opluchting ging door de jongen heen. “Iseco... Maya,” stamelde hij, hopend dat de Italiaan het begreep; Maya moest hier weg. Hijzelf wilde ook weg, maar hij kon niet weg. Hij voelde zich weer licht in zijn hoofd worden. “Terug, Iseco. Of ik snij Riot's keel door. Is dat wat je wil?”
Akira maakte een dun sneetje, net boven Riot's adamsappel. Iseco vloekte en wist dat de man serieus was. Hij wist ook dat het dom was geweest zo naar binnen te komen vallen. “Naar achteren,” herhaalde Akira. Met opeengeklemde kaken gehoorzaamde Iseco. Zijn blik ging over de twee jongeren. Het stak hem om te zien hoe ze eraan toe waren. Riot was nog het ergste; naast de lange snijwond over zijn borst leek hij ook nog eens een heleboel klappen op te hebben moeten vangen. Maya leek meer getraumatiseerd dan zwaar gewond, ookal had zij zonder meer ook verzorging nodig. Iseco dacht razendsnel na. Hij moest Akira bij Riot weg zien te krijgen, maar hoe? “Luister, we weten allebei dat het je om mij te doen is. Ik stel een ruil voor. “ Het was het slechtste waar hij mee had kunnen komen, maar hij wist gewoon niets beters. Akira lachte. “Nee dank je, Iseco, ik vind dit passender. Je weet immers dat zonder jou deze twee er een heel stuk beter aan toe waren geweest.” Toen gebeurde er iets wat eigenlijk niemand had zien aankomen en wellicht was dat de enige reden dat het werkte. Een van de agenten stapte botweg naar voren, vuurwapen getrokken en schoot recht door Akira's elleboog heen. De knal was oorverdovend en Iseco was even compleet gedesoriënteerd. Toen hij, met piepende oren, een beetje bij zinnen kwam, zag hij Akira op zijn knieën op de grond zitten, ineengedoken van de pijn, met Riot ernaast, die languit op de stenen lag. Iseco greep Akira bij zijn kraag en sleurde hem mee naa buiten. Twee agenten gingen mee, om zich daar over de Aziaat te ontfermen. Iseco liep de ruimte weer in. Hij viste een haarspeld uit zijn zak en begon Riot's ketenen los te maken. De jongen kreunde zacht. “Rustig, Riot, ik doe je niets. Ik ben het, Iseco, okay? Je bent nu veilig en je hoeft je geen zorgen te maken.” Hij bleef rustig tegen de jongen praten tot deze los was, toen hielp hij hem iets overeind, zodat hij tegen de muur zat. Iseco probeerde de schade op te nemen, maar met Riot;s bebloede T-shirt ervoor ging dat lastig. Hij pakte iets wat op een schaar leek van de tafel. Het glansde in het licht en Riot keek hem wantrouwig aan. “Rustig maar, echt, ik doe je geen pijn. “ Het deed zeer hem in deze toestand te zien. Voorzichtig trok Iseco het shirt los van de wond en hij knipte het voorzichtig los. Hij hoorde Riot's onregelmatige ademhaling iets versnellen; de jongen was te zeer in de war om zich te realiseren dat hij in goed handen was. Iseco bekeek zijn verwondingen en zuchtte diep. Hechtingen, sowieso. En het moest snel verbonden worden want het bloedde behoorlijk. Hij trok zijn eigen shirt uit en drukte het tegen de wond. Hij wente een agent en vroeg deze het ding op zijn plek te houden. Riot begon tegen te stribbelen. “Ik weet dat je niet van vreemden houdt, maar hij staat aan onze kant,” verzekerde Iseco hem en de jongen keek hem aan met een blik die alleen maar als hulpzoekend opgevat kon worden en Iseco slikte. “Ik kom zo weer bij je.” Hij liep naar Maya. Het feit dat Riot bescherming bij hem zocht, zei genoeg; dat deed de jongen alleen als hij zich echt verlaten voelde. Iseco slikte.
Maya keek met grote ogen naar Iseco toen deze voor haar neerknielde. “Dank je,” fluisterde ze zwakjes. Hij glimlachte mat naar haar en pakte voorzichtig haar pols. Met een haarspeld begon hij ook haar los te maken. “Geen dank. Hoe is het met je?” Hij inspecteerde haar vluchtig. “Gaat wel,” zei ze, al meende ze dat niet. Ze voelde zich vreselijk; haar lichaam deed pijn, ze was bang en ze wilde hier weg. Ze keek naar Riot. “Komt het goed met hem?” Iseco knikte. “Ja. Hij heeft hulp nodig, maar hij redt 't wel.” Een van de agenten tilde haar uiteindelijk voorzichtig op, terwijl Iseco bij Riot bleef.
“Maya-” begon Riot moeizaam, toen hij haar weggedragen zag worden. “Ze is veilig,” antwoordde Iseco zacht. Ze waren als enige twee nog in de ruimte, los van twee agenten die op wacht stonden buiten. Een kwam binnen. “Kan hij echt niet mee?” vroeg hij. “Nee,” hoorde Riot Iseco zeggen. “Hij heeft eerste hulp nodig voor ik hem durf te verplaatsen en zelfs dan til ik hem liever niet.” Riot probeerde de pijn te negeren en bij bewustzijn te blijven, maar God, wat voelde hij zich beroerd. Iseco streek rustig door zijn haar. Riot keek op, probeerde op de man te focussen. “Easy, boy, het komt allemaal goed. Voor je het weet zijn ze er met EHBO spullen, lappen we je tijdelijk op en dan kan je hier weg.” Riot zakte een beetje weg. Hij werd pas weer helderder toen er bedrijvigheid om hem heen ontstond; hij schrok op toen hij handen voelde die zijn bovenlichaam aanraakten. Hij probeerde weg te komen. Iemand hield hem tegen. “Even stil blijven liggen, jongen,” klonk Iseco's stem. Riot focuste en zag dat het de Italiaanse man was die druk bezig was de snijwond te verbinden. Naast hem stond een brancard. Riot was te moe om nog verder te protesteren, te kapot. Hij liet het toe en verzette zich ook niet toen hij op de brancard gelegd werd en weg werd gedragen. Hij sloot zijn ogen en stond zichzelf toe zijn bewustzijn te verliezen. Het was over, hij was veilig.
|
|