Een bleek zonnetje scheen tussen de kieren van het dichte wolkendek door. Het was lekker weer; redelijk warm, maar een fris briesje weerhield de atmosfeer ervan te warm of broeierig te worden.
Will kwam met zijn handen in de zakken van zijn jeans de school uitgelopen en hij liep door tot hij bij een smalle, nog redelijk jonge eik was, waar hij ging zitten.
Hij had gehoord dat hij niet de enige van zijn soort was, niet het enige monster. Hij zou niet ontkennen wel een tikje nieuwsgierig te zijn naar hoe die dan leefden en vooral; of ze de vampier kenden die hij nu al zijn hele leven dood wilde hebben. De man was de reden dat hij was wat hij was en was een obsessie voor de anders zo nuchtere Will.
Uit zijn leren tas viste hij een flesje water dat hij bij een van die automaten gekocht had. Het bleef wennen voor hem, dergelijke machinerie, maar hij zat er niet echt mee; zolang het handig was en geen bedreiging vormde zou het hem een zorg zijn hoe futuristisch het was.
Hij keek over het terrein naar de mensen die langsliepen en fronste licht. Hij kon maar moeilijk wennen aan de routine van school na zolang gedoold te hebben op de prairie, doend waar hij goed in was. Hij was echter wel van plan hier ook maar gewoon achter tuig aan te gaan voor bloed; de types in de stad die toch door niemand gemist zouden worden. Dan had hij tenminste iets minder het gevoel een monster te zijn.
Want dat was hij, hoe relaxed hij zich ook gedroeg, hij wist dat hij niet normaal was, dat hij was wat mensen liever zagen gaan dan komen. Door de jaren heen had hij geleerd ermee te dealen, maar het bleef confronterend bij tijd en wijle.
Hij rekte zich uit. Behalve wat flirten had hij hier nog niet echt aan kennismaking gedaan, realiseerde hij zich.
Meh, kutpost, sorry ;___;