een warme ochtendwind zweefde door de zwarte haren van Eddie. in het weekend ging hij altijd in de ochtend naar de begraafplaats van zijn ouders. ze waren samen onder de grootste eik in het park begraven. hier waren ze ook om het leven gekomen. Ed kon het nog zo ophalen. het was toen een regenachtige nacht hij liep samen met zijn ouders richting huis. ze waren terug gekomen van een familie reünie, ze waren via het parkje gelopen toen ze langs de grote eik liepen kwamen er drie dronken mannen. eerst begonnen ze met schreeuwen en schelden. en boem, een paar seconden later trok een van de mannen een geweer hij schoot zijn ouders drie keer in de borst. Eddie was toen twaalf. een jaar later ging hij naar St. Montgomery.
eenmaal bij de grote eik gekomen zakte Eddie door zijn knieën, hij haalde zijn handen uit zijn zakken en legde ze eventjes in zijn gezicht. mensen keek raar op toen ze hem zagen praten tegen de grote eik. dat deed Ed nu eenmaal hij vertelde simpelweg hoe zijn week op school was. de mensen begonnen wat bezorgder kijken toen ze hem zachtjes zagen huilen.
na een tijdje stond Eddie op hij snoof even diep. hij haalde zijn hand door zijn haar en wreef door zijn ogen. hij wandelde rustig naar het dicht bijzijnde bankje. hij pakte zijn plastic tasje die al heel de tijd meedroeg van zijn schouder en haalde er een mooie witte roos uit. Ed liep even terug snoof nog eens diep en legde hem op de granieten steen voor de boom.
Ed was weer uit het parkje gewandeld en ging nu richting een klein winkeltje hier haalde hij een pakje sigaretten. hij liep naar een klein bushokje hij plofte neer. daar zat hij dan met een peuk in zijn mond en een traan langs zijn wang. heel de tijd waren zijn ogen gericht op de grote eik in de verte.