Yui Hilay
Info » Posts : 26
Character Character sheet» Age: 13 years» Class: Lower» Love interest: Is it possible that everything's true?
| Onderwerp: We've all been sentenced to die za 8 jun 2013 - 22:15 | |
| Yui had haar boek onder haar arm geklemd, terwijl ze rustig om zich heen keek. Even bleef ze staan in een van de lange gangen van de school, lange schaduwen voorttrekkend. Ze moest nog wat lesstof doornemen voor morgen, en haar kamer was nu niet de beste plek om dit te doen. Het was wel gezellig, maar Wendy en Pam zouden haar niet met rust laten. En rust was wat ze nu even nodig had. Het kleine meisje beet op haar onderlip, en stapte toen verder. Haar voetstappen waren duidelijk te horen in de leegte om haar heen, en galmden tegen de ramen. Ze volgde met haar ogen de bordjes die langs de muren hingen, aangevend waar alles te vinden was. Studyroom... Om de hoek. Ze versnelde haar pas bij het zien van de deur en duwde deze langzaam open. Het licht overviel haar, want de gangen waren donker geweest. Er waren een aantal andere kinderen, maar niet veel. Een stuk of 4, 5. Ze nam plaats aan het eerste tafeltje wat haar opviel, ergens in de hoek van de zaal. Ze pakte het boek onder haar arm vandaan en legde dit stilletjes op tafel, om het vervolgens open te slaan. Ongeconcentreerd vlogen haar ogen over de pagina’s, de woorden in haar hoofd herhalend. Na één bladzijde keek ze alweer op en merkte dat de andere verder van haar weg zaten dan ze dacht. Aan de andere kant van het studieplein lag een ruime bibliotheek, waarschijnlijk zal ze daar straks nog wel een kijkje nemen. Ze dacht terug aan gisteren, haar eerste dag hier. Wendy en Pam hadden haar met open armen ontvangen, en de sfeer was al snel gemaakt door een gestoorde actie van Pam. Ze best lachen om die twee, al zonderde ze zichzelf op sommige momenten wel af van de twee. Zoals nu, bijvoorbeeld.
- Kaname Kuran |
|
|
Kaname Kuran
Info » Posts : 63
Character Character sheet» Age: 20» Class: Upper class» Love interest: For who could ever learn to love a beast
| Onderwerp: Re: We've all been sentenced to die zo 9 jun 2013 - 21:47 | |
| | De jongeman haalde zijn hand door zijn donkerbruine haar. Verveeld gingen zijn ogen van de linkerkant naar de rechterkant van de zaal waar hij zat.. de bibliotheek. De bibliotheek hield hem al geruime tijd bezig met het zoeken van een bepaald boek. Zelfs die aardige vrouw kon het niet vinden, terwijl ze hem nog zo behulpzaam had geholpen. Zuchtend zoekt hij verder langs de rekken, zijn bruine ogen glijden over elk boek wat maar langs kwam. Bruine ogen met een heldere rode gloed. Ogen die overliepen van emoties en gedachten, maar daarmee geen helderheid creëerden. Integendeel:. Wat valt er immers te halen uit een blik waar woede leeft naast liefde en haat naast verdriet en geluk? Wat valt er te halen uit de ogen van het meest gevreesde roofdier hier op aarde, In plaats van deze wezens te begrijpen werden ze verafschuwt en werden er verhalen over ze verteld die in de verste verten leken op de waarheid.. Mens en vampier kunnen wel degelijk samenleven. Kaname was en is het bewijs hiervan, hij had geen mensen nodig om zichzelf in leven te moeten houden. Maar ieder masker dat hij droeg, was doorgaans compleet verschillend van het voorgaande. Niet het type dat je ook maar enigszins houvast gaf. Al moest hem nagegeven worden dat hij wel eerlijk was: als hij je als zijn vriend beschouwde, kon je er van op aan dat hij je met zijn leven zou beschermen.
Met een lange diepe zucht beeindigd hij deze gedachte en sluit zijn ogen voor enkele secondes. Ook al leek dit langer dan het werkelijk duurde. Wanneer Kaname zijn gedachten weer allemaal op een rijtje had opende hij zijn ogen weer.
Anderen zullen waarschijnlijk nooit weten wat er echt in zijn hoofd om gaat. Kaname is charmant, maar tegelijkertijd is hij een vreemdeling, niet van deze tijd. Degene die hem ontmoet hebben, weten dat hij even onaantastbaar is als hij er uit ziet, even charmant als zijn innemende voorkomen al doet vermoeden. Kaname is iemand die komt, kijkt, doorgrondt en weer verder loopt. Iemand die er altijd is, maar nooit echt deel uitmaakt van.
Zijn blik ging langs enkele langslopende studenten, die klaar waren met de les, en een plek zochten in de zaal waar ze hoogst waarschijnlijk hun samenvattingen nog eens door wilden kijken. Hij had in zijn leven al zoveel gezichten gezien, zoveel mensen 'gekend'. Elke naam had hij onthouden, elk gesprek uit zijn geheugen kon hij zich nog als de dag van gisteren voor zich halen.
Zodra de leerlingen zich gezeteld hadden aan een tafel draaide hij zijn blik weer richting de boekenkasten en zocht verder.
“It was as if when I looked into his eyes I was standing alone on the edge of the world...on a windswept ocean beach. There was nothing but the soft roar of the waves.” |
|
|
|